Om 10u moeten we bij het Ottsjön meer zijn voor de start van wat een onvergetelijke kajak-kampeer-trip zal worden.
Yep! We hebben beslist het gokje te wagen dat onze Lander het kajakken snel onder de knie heeft én het ook 2 dagen kan volhouden.
De tenten, slaapzakken, slaapmatjes, eten, kookpot, eetgerei, droge kleren, … . Het ligt allemaal klaar én we slagen erin om het in de – hopelijk – droge kompartimenten van onze 3 kajaks te verspreiden. Het uitzicht vanop de kant mag er alvast wezen.


En dan begint het avontuur: we duwen Lander met zijn kayak en ballast het water in. En inderdaad …. we zijn nog maar nauwelijks vertrokken of hij is er al goed mee weg.


We peddelen een stukje en dan is het al lunchtijd én natuurlijk ook tijd om ons af te koelen in het meer.


Het meer bestaat eigenlijk uit 2 delen gescheiden door een stuk dat je te voet door kan waden met je zwembroek aan. Gelukkig is er aan de zijkant ook een dieper geultje voor de kayaks. We verkennen ’s namiddags dit 2de deel en zoeken er eerst een geschikte plaats voor een vieruurtje en daarna een mooie plaats om onze tenten neer te zetten en een nachtje door te brengen.



Het is voor iedereen een fantastische beleving. De tenten installeren op het strand, hout sprokkelen om een vuurtje te stoken, het meer als koelkast voor het eten en de drank gebruiken, de soep klaarmaken met water uit het meer, de worsten op een stok roosteren boven het vuur, Lander en Fien die met de kayaks nog wat rondpeddelen in de baai, ’s avonds laat met zijn allen nog een duikje nemen in het meer, het uitzicht op de bossen en de bergen, … . Geweldig!







Enige minpuntje: vanaf een uur of negen komen de muggen alsnog tevoorschijn. We houden het nog even vol, maar dan moeten ook Bert en ikzelf de tent in. We hoeven het dekzeil er echter niet over te doen waardoor we van het prachtige uitzicht kunnen blijven genieten.



’s Nachts komt het meer en de omgeving helemaal tot rust. Er is nauwelijks nog geluid te horen. Tot een luidruchtige vogel een robbertje kwaakt tegen zichzelf. Letterlijk. Er is nu zoveel echo dat hij echt tegen zichzelf aan het roepen is. Hij houdt het een tijdje vol, maar houdt het dan toch ook voor bekeken. De rust keer helemaal terug.
Ondanks het feit dat de zon wèl ondergaat, wordt het toch nooit echt donker. Bert en ikzelf slapen helemaal niet goed, maar de kindjes hebben er gelukkig geen last van. Morgen nog zo’n fantastisch dagje peddelen en genieten van het meer.